Ongezonde voeding is een steeds groter probleem voor onze volksgezondheid. In Nederland heeft ruim de helft van de volwassen bevolking overgewicht, draagt ongezonde voeding ongeveer met 8,1% bij aan de ziektelast, leidt het tot 12.900 doden per jaar en 6 miljard euro aan zorgkosten. 

Het zou de overheid er dus alles aan gelegen moeten zijn om voor een gezonde voedselomgeving te zorgen voor kinderen, jongeren en volwassenen. Zo stelt het Nationaal Preventie Akkoord [2] dat gemeenten moeten zorgen voor een gezondere voedselomgeving. Andere verdragen en wetten waar de plicht van overheden in zijn vastgelegd zijn o.a. de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (VN), het Internationaal verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten (VN), het Internationaal verdrag inzake de Rechten van het Kind (VN), de Algemene aanbeveling bij artikel 12 IVESCR (VN), het Europees sociaal handvest (EU), de De Nederlandse Grondwet en de Wet Publieke Gezondheid (art. 1,2C en D, 13–2D en 16). Ondanks deze hoeveelheid aan wet- en regelgeving, lukt het overheden toch vaak niet invloed uit te oefenen op de voedselomgeving van burgers. 

Nieuwe wetenschappelijke inzichten  

Velen denken nog steeds dat (on)gezond eten enkel een individuele keuze is. Toch toont onderzoek van gedragswetenschappers aan dat dit niet het geval is. De leefomgeving speelt een niet te onderschatten rol bij voedselkeuzes. Mensen maken per dag zo’n 200 voedselkeuzes. Als je elke keer verleid wordt door het ongezonde, is het lastig om de juiste keuze te maken. In een wijk met een overvloed aan ongezonde snackbars, is de gezondheidsachterstand bij de inwoners groter dan bij de rest van de bevolking. Niet toevallig bevinden die snackbars zich vaker in arme buurten, waar zowel de maatschappelijke als gezondheidsproblemen groter zijn.  

In ‘Een eerlijke kans op gezond leven’ (2021)[3], een recent verschenen rapport van de Raad Volksgezondheid en Samenleving, blijkt tevens dat Nederlanders met een maatschappelijk kwetsbare positie 7 jaar korter leven dan mensen met een sterke positie in de maatschappij. Ook leven ze 15 jaar in minder goede gezondheid. Naast erfelijke en toevalsfactoren spelen ook de maatschappelijke positie en de omgeving waar in men opgroeit mee in de kans op een gezond leven.  

Haagse Schilderswijk 

Goede voorbeelden zijn te vinden in de Haagse Schilderswijk. Rondom het Johan de Wittcollege, een middelbare school aan de Zusterstraat, bevinden zich drie snackbars en geen enkele winkel die gezonde voeding aanbiedt. Ook voor bewoners is in dit deel van de wijk weinig gezonds te vinden. Er is in de hele buurt geen bakker, groente- of fruitwinkel te vinden. Tegelijkertijd scoort deze wijk slecht op het gebied van gezondheid: 58% van de inwoners kampt met overgewicht, 65% van de inwoners van de Schilderswijk geeft aan een chronische ziekte of aandoening te hebben, met hoge bloeddruk en suikerziekte als veel voorkomende ziektes. Ook liggen de zorgkosten van de wijk bijna vier keer hoger dan het landelijke gemiddelde. 

Het huidige probleem 

Tot nu toe is onze focus te veel gericht geweest op de individuele verantwoordelijkheid en gedragsverandering van burgers, terwijl ongezonde voeding meer als maatschappelijk probleem opgelost moet worden, vooral in kwetsbare wijken. 

Daarnaast hebben gemeenten onvoldoende bevoegdheden om de komst van fastfoodketens en snackbars tegen te gaan. Gemeenten zouden graag willen bepalen of er in een gebied (nog meer) snackbars of fastfoodrestaurants mogen vestigen. Zo kunnen ze hun verantwoordelijkheid nemen in het zorgen voor een gezonde leefomgeving voor haar burgers. 

Een creatieve omweg  

Ondanks de juridische beperkingen hebben sommige gemeenten toch een creatieve manier gevonden om hiermee om te gaan. Hiervoor gebruiken ze o.a. de Omgevingswet [4], die regels stelt over de ruimtelijke inrichting van een gebied, met name als het gaat om mogelijke effecten op de luchtkwaliteit, overlast en openbare orde. Dit opent de weg voor gemeenten om andere ruimtelijke argumenten gebruiken om vergunningen voor fastfoodrestaurants en snackbars tegen te houden. Een recent voorbeeld vond plaats in De Pijp in Amsterdam. New York Pizza wilde een nieuw restaurant openen, maar de gemeente kon dat tegenhouden. Ze hadden voor dat gebied beslist dat ze geen nieuwe fastfoodrestaurants meer zouden toelaten. Als reden om de vergunning af te wijzen gaven ze aan dat de rijen heel lang zouden worden en dit tot verkeershinder kon lijden. Het fastfoodrestaurant tegenhouden konden ze dus doen, maar niet op grond van ongezond voedselaanbod. 

Voor de opkomende Nutella- en donutshops geldt hetzelfde verhaal: gemeenten houden die winkels tegen op grond van het beperken van de overlast. Het gaat dus nooit expliciet om het argument van volksgezondheid.  

De mogelijke oplossingen  

Op grond van internationale en nationale verdragen en wetten heeft de overheid een plicht om de gezondheid van haar burgers te beschermen. Met het groeiende probleem van obesitas en daar bijbehorende ziektes zoals suikerziekte en hart- en vaatziekten, betekent het ook dat overheden een rol zouden moeten spelen in het tegengaan van ongezond voedselaanbod. Er zijn drie mogelijkheden om verder te onderzoeken:  

1.Verruiming van de omgevingswet  

Één van de mogelijkheden biedt de nieuwe Omgevingswet. Door de definitie ‘veilige en gezonde fysieke leefomgeving’ te verbreden naar voeding kan er gereguleerd worden op  type voedselaanbod.  

2. Voedselbescherming toevoegen aan de Warenwet  

De Warenwet [5] stelt regels over voedselveiligheid. Op dit moment staat er geen bevoegdheid in voor de gemeenten, enkel voor de inspectie. Door voedselomgeving toe te voegen als beschermd belang, kan een overaanbod van bepaald voedsel worden gereguleerd.  

3. Gemeenten laten experimenteren 

Aanpassingen of verruimingen van huidige wet- of regelgeving kan lang duren, terwijl de urgentie voor een beter aanbod van gezonde voeding groot is. Daarom kan ook gekeken worden naar meer experimenteerruimte voor gemeenten. Dat kan op verschillende manieren. Zo wil het Haagse Stadsbestuur meer invloed krijgen op hoe de stad eruit ziet door actief grondbeleid [6] te gaan voeren. Met het aankopen van gronden en panden willen ze kunnen sturen op gewenste ontwikkelingen en bestemmingen. Met actief grondbeleid kan zo ook gestuurd worden op een gezonder aanbod van voedsel, vooral in kwetsbare wijken.  

Conclusie  

Niet alleen individuele keuzes bepalen de gezondheid van burgers. De directe leefomgeving en het aanbod van gezond voedsel zijn minstens zo belangrijk. Daar ligt een belangrijke taak voor de overheid, maar de overheid mist de handvaten om die taak goed uit te voeren. Het is daarom van belang dat één of een combinatie van bovenstaande oplossingen worden opgepakt. Zo zorgen we ervoor dat onze jeugd na een schooldag of in de pauze niet op elke hoek van de straat donuts en patat kan kopen en dat er voldoende aanbod is van gezonde voeding onafhankelijk van je postcode.  

 

Bronvermelding: 

[1]: https://www.nporadio1.nl/fragmenten/nieuwsweekend/3c95ba37-cc15-487a-8c60-6469e08642e3/2021-09-04-gemeenten-willen-zeggenschap-over-fastfoodvestiging 

[2]: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/convenanten/2018/11/23/nationaal-preventieakkoord 

[3]: https://www.raadrvs.nl/documenten/publicaties/2021/04/07/een-eerlijke-kans-op-gezond-leven 

[4]: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/omgevingswet 

[5]: https://wetten.overheid.nl/BWBR0001969/2021-07-01 

[6]: https://denhaagfm.nl/2021/12/08/stadsbestuur-wil-weer-grondbeleid-voeren-om-te-sturen-op-gewenste-ontwikkelingen-in-de-stad/