Als het aan de raad van Europa ligt dan wordt een gezonde leefomgeving een elementair mensenrecht voor alle burgers in Europa. Als die burgers vinden dat hun nationale regering tekortschiet, kunnen ze in de toekomst naar het Europees hof voor de rechten van de Mens in Straatsburg stappen (1). Dat is goed nieuws! Maar wat is een gezonde leefomgeving eigenlijk? 

Een gezonde leefomgeving houdt meer in dan dat mensen niet ziek worden. Een omgeving moet bijdragen aan het fysieke, sociale en psychische welzijn van mensen. In andere woorden, een gezonde leefomgeving moet niet alleen gezondheid beschermen. Het moet het ook bevorderen. Denk hierbij aan het stimuleren van bewegen of ontmoeting. Maar ook het eten van gezond voedsel en je religie kunnen beoefenen. 

Kan ik dan ook naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens als ik een saaie buurman heb of als er te veel friettenten bij mij in de buurt zitten? Hoewel het mij amusant lijkt dat mijn buurman door het Europees Hof wordt verplicht om vaker een praatje te maken, of de friettent verplicht groente op zijn menu moet zetten, zal het antwoord op de vraag toch echt nee zijn. Het erkennen van het recht op een gezonde leefomgeving is belangrijk en dit recht moet er zeker komen, maar een gezonde leefomgeving is complex en bestaat uit een ontelbaar aantal factoren. 

Het Hof zal zich dus moeten beperken op een aantal factoren, naar verwachting goed meetbare factoren zoals geluidsoverlast of de hoeveelheid fijnstof in de lucht. In andere woorden, voornamelijk de gezondheid beschermende factoren. Dit zien we namelijk ook terug bij gemeenten, provincies en overheden. Uit onderzoek in samenwerking met de Provincie Utrecht en het Data- en Kennishub Gezond Stedelijk Leven komt naar voren dat gezondheidsbescherming al veel verankerd is in regulerend beleid. Maar dat gezondheidsbevordering eigenlijk alleen richtinggevend wordt opgeschreven. Gemeenten kunnen bouw- en vastgoedpartijen goed controleren op hoeveelheden fijnstof maar niet op de hoeveelheid sociaal contact in de wijk.  

Toch moeten we gezondheidsbevordering daarom niet minder serieus nemen. Onze gezondheid wordt voor 24% bepaald door sociale omstandigheden en voor 36% door ons gedrag. Slechts 7% van onze gezondheid wordt bepaald door de fysieke omgeving (2). Waar wet- en regelgeving zich voornamelijk focust op de 7% zullen we binnen het ruimtelijk domein kennis en ervaring moeten uitwisselen als het gaat om het bevorderen van gezondheid. Alleen zo zorgen we dat de onze leefomgeving echt gezonder wordt. Ook zonder hulp van het Europees Hof. 

  1. https://www.trouw.nl/politiek/nieuw-mensenrecht-in-de-maak-een-gezonde-leefomgeving~be3c70f5/?utm_campaign=shared_earned&utm_medium=social&utm_source=copylink 
  2. https://www.goinvo.com/vision/determinants-of-health/ 

In 1901 trad de woning- en gezondheidswet in werking en in de 122 jaar die daarop volgde, is dit onderwerp steeds omvangrijker geworden. Van hygiëne en schoon drinkwater in begin 1900, tot grootschalig groen, de fietser centraal, sociale samenhang, duurzame stedenbouw en in de afgelopen jaren voornamelijk klimaatadaptatie. En nu in 2023 wachten we geduldig op de omgevingswet, waarin gezondheid een belangrijk thema is. Een thema wat misschien wel voor het eerst niet versnipperd is, maar integraal wordt bekeken. Het gaat om gezondheidsbescherming én gezondheidsbevordering. Een gezonde leefomgeving houdt meer in dan dat mensen niet ziek worden. Een omgeving moet bijdragen aan het fysieke, sociale en psychische welzijn van mensen. 

Urban Sync hanteert dezelfde tweedeling van gezondheid: hardware en software. Hardware focust zich voornamelijk op gezondheidsbescherming, terwijl de software zich richt op gezondheidsbevordering. Zo ziet gezond stedelijk leven er volgens ons uit:  

Uit onderzoek, in samenwerking met het Data- en Kennishub Gezond Stedelijk Leven, blijkt dat de hardware van gezond stedelijk leven al goed is verankerd in beleid en uitvoering. Denk hierbij aan duurzaamheids- en milieueisen en het feit dat het voor ontwikkelaars en bouwbedrijven een ‘gewone zaak’ is geworden. Echter, als het gaat om de software zien we dat er veel over wordt geschreven en gesproken, maar dat het ontbreekt aan een ‘evidence-based’ benadering. We proberen wel gezondheid te bevorderen, maar we weten eigenlijk niet of we er ook daadwerkelijk in slagen.  

Dit verschil is ook zichtbaar in de adoptiegraad van gezondheid in ruimtelijk beleid. Waar bijvoorbeeld duurzaamheid een tal van eisen, normen, afspraken en richtlijnen kent, geldt dat voor thema’s als beweging of gezonde voeding nauwelijks. Als we de integrale benadering van gezond stedelijk leven op de adoptiecurve van Rogers2 plaatsen, ziet het er ongeveer zo uit: 

Voor wie de eerdere delen van deze driedelige blog heeft gelezen, weet dat 2/3 van onze gezondheid beïnvloedbaar is. Dit percentage is opgebouwd uit 7% fysieke omgeving, 24% sociale omstandigheden en 36% gedrag. In andere woorden, 7% is hardware, 60% is software. Waarom hebben we dan zo goed de hardware onder controle en ‘doen we maar wat’ als het gaat om het belangrijkste gedeelte; de software? Het antwoord; de software is nog een stuk complexer. En we hebben nou eenmaal de neiging om met het makkelijkste te beginnen. Daar is ook niks mis mee, maar nu we het makkelijke gedeelte achter de rug hebben, kijkt Urban Sync verder vooruit naar het belangrijkste gedeelte; het meetbaar maken van de software. Hierbij zien we twee kansen:  

  • Met de opkomst van big data en de digital twin is het steeds beter mogelijk om complexe vraagstukken te kwantificeren en te simuleren. Door middel van krachtige computermodellen kunnen we de werkelijkheid nabootsen, al voordat deze is gerealiseerd. Met deze modellen voorspellen we al overstromingen, geluidsoverlast van verkeer, hittestress op een warme zomerdag en in de toekomst ook de beweegvriendelijkheid van een wijk, buurt of stad.  
  • Door af te stappen van het traditionele business model en na te denken over de maatschappelijke kosten en baten kan heel anders gekeken worden naar ruimtelijke maatregelen. Neem bijvoorbeeld groen. Traditioneel wordt dit enkel gezien als een kostenpost. De aanleg van een hectare gemiddeld stadspark kost ongeveer 100.000 tot 250.000 euro. Dat is een flinke kostenpost voor de gemeente. Maar volgens de groene baten planner, een tool die de maatschappelijke waarde van groen in euro’s uitdrukt, berekent dat dezelfde hectare groen zo’n €28.000 per jaar aan zorgkosten vermindert. En dan is groen financieel ineens een stuk aantrekkelijker.  

Maar zo makkelijk is het niet! 

En dat klopt. Bovenstaande twee oplossingen zijn niet de heilige graal om gezond stedelijk leven volledig meetbaar te maken. Het zijn echter wel methodieken om een stukje dichter bij de waarheid te komen. Zo kunnen we met een digital twin een complex thema als sociale cohesie nooit perfect inzichtelijke maken, maar we kunnen wel indicatoren bouwen die ons iets van houvast geven. Samen met kwalitatieve kennis en de mogelijkheid om bij te sturen, kan je zo effectiever en efficiënter gezonde wijken bouwen. Ditzelfde doen we met het BNP om onze economie te meten, of onze lichaamstemperatuur om onze fysieke gezondheid te meten. We weten dat het antwoord wat we hieruit krijgen ons niet alles vertelt, maar het helpt ons wel de juiste volgende stap te nemen.  

Open innovatie 

Veel partijen zijn nog individueel bezig met het meetbaar maken van gezondheid. Bij Urban Sync geloven we daar niet in. Het bundelen van inzet en kennis is volgens ons de oplossing om een complexe opgave als deze op te pakken. Daarom hebben we een Open Innovatie traject opgericht. Het doel van het Open Innovatie traject is om gezamenlijk indicatoren te ontwikkelen op een gezondheidsthema. Deze indicatoren helpen bij 1) het geven van inzicht in de huidige stand van zaken; 2) het doorrekenen van de effecten van ruimtelijke ingrepen in een digital twin; en 3) het maken van beleid. De indicatoren toetsen we in de praktijk om zo tot een evidence-based benadering te komen.  

Ben jij ook bezig met dit onderwerp of zou jij graag onderdeel willen zijn van het Open Innovatie traject? Geef ons een belletje en wellicht kunnen we samenwerken. Klik hier voor onze contactgegevens.  

 

Het belang van gezond stedelijk leven 

Slechts één derde van onze gezondheid wordt bepaald door onze genen en medische zorg. Maar liefst twee derde wordt bepaald door de fysieke omgeving waarin we leven, ons gedrag en sociale omstandigheden. Deze onderdelen van de fysieke omgeving zijn vaak gespreksonderwerp binnen het ruimtelijk domein. Denk hierbij aan maatregelen om fijnstof tegen te gaan, de omgeving dusdanig inrichten dat de bewoner sneller geneigd is de fiets te pakken of sociale cohesie stimuleren door ruimte te bieden voor gemeenschappelijke tuinen. Kortom, iedereen in het ruimtelijk domein is verplicht om na te denken over hoe maatregelen invloed hebben op de gezondheid van de gebruikers. Vanwege dit belang doet Urban Sync al langer onderzoek naar het thema Gezond Stedelijk Leven, veelal in samenwerking met het Data- en Kennishub. 

 

Illustratie van GoInvo: https://www.goinvo.com/vision/determinants-of-health/ 

Het afgelopen jaar heeft Urban Sync een onderzoek uitgevoerd naar de status quo van Gezond Stedelijk Leven bij gemeenten. De verwachting was dat een aantal gemeenten gezondheid al heeft verankerd in het ruimtelijk beleid, maar dat een overgroot deel van de gemeenten nog zoekende is. Uit het onderzoek komt dit ook duidelijk naar voren. Bij kleine en middelgrote gemeenten ontbreekt het nog aan beleid specifiek gericht op gezond stedelijk leven. De rol van Urban Sync is om de beschikbare kennis bij vooroplopende gemeenten en marktpartijen (Koplopers) te bundelen en beschikbaar te stellen voor kleine en middelgrote gemeenten (Peloton). 

Koplopers 

Groningen, Amsterdam, Rotterdam en Utrecht zijn in dit onderzoek geselecteerd als koploper. Deze gemeenten voeren namelijk al specifiek beleid als het gaat om een gezonde leefomgeving zoals Healthy Urban Living van de Gemeente Utrecht. Wat opvallend is aan de gesprekken met deze gemeenten is dat ze allemaal benadrukten dat het grootste succes “aan tafel zitten” is geweest. Onderstaande quote vat dit succes goed samen: 

“Je komt eerst op het punt waar je aan tafel mag zitten, dan mag je ook nog iets zeggen, dan word je serieus genomen, dan word je aan tafel gevraagd en dan word je teruggefloten als je niet aan tafel zit”

Gezondheid is een welbekend thema, maar de specifieke relatie tussen gezondheid en ruimtelijke ingrepen is relatief nieuw. Voor de beleidsmakers met dit nieuwe thema in hun portefeuille was het knokken om aan tafel te zitten bij gebiedsontwikkelingen. Beleid kan dan wel geschreven zijn, het is noodzaak om aan tafel het thema in een gebiedsontwikkeling te waarborgen.  

Peloton 

Enkele kleine en middelgrote gemeenten in de provincie Utrecht zijn geselecteerd als peloton en geïnterviewd over de stand van zaken en de uitdagingen die zij ervaren. Bij het peloton ontbreekt het nog aan beleid voor gezond stedelijk leven. Er is wel bewustwording binnen deze gemeenten dat het thema belangrijk is, maar vanwege beperkte kennis en capaciteit kunnen ze hier nog geen goede invulling aan geven.  

Alle geïnterviewde gemeenten geven aan behoefte te hebben aan instrumenten met praktische voorbeelden en tips over gezond stedelijk leven, met name bij de uitvraag richting de markt.  

De uitvraagguide 

Samen met het Data- en Kennishub heeft Urban Sync een digitale tool ontwikkeld die gemeenten helpt gezondheid op de juiste manier te verankeren in uitvragen naar de markt. Denk hierbij aan een ambitiedocument, spelregelkaart of tender. Hierin worden thema’s als gezond contact, voorzieningen, inrichting bebouwde omgeving en milieu behandeld. De uitvraagguide is gebaseerd op de GO! Methode van het Data- en Kennishub, ook onderdeel van de uitvraagguide. Op deze manier kan iedere gemeente in Nederland gezond stedelijk leven op de juiste manier verankeren in een uitvraag en kennis opdoen voor het schrijven van beleid.  

Benieuwd naar het prototype van de uitvraagguide Gezond Stedelijk Leven. Vraag via deze link toegang aan. mailto:niels@urbansync.nl

Open Innovatie 

Ondertussen werkt Urban Sync hard door aan het verbreden van kennis over gezond stedelijk leven. Kwalitatief is er enorm veel kennis verzameld. Kwantitatief is er nog een wereld te winnen, terwijl ‘evidence-based’ werken noodzakelijk is om gericht resultaat te kunnen behalen. Daarom zet Sync City, onderdeel van Urban Sync, zich in om de effecten van ruimtelijke ingrepen op gezondheid inzichtelijk te maken. Benieuwd? Lees binnenkort meer in deel 3 over het onderzoek naar gezond stedelijk leven.  

99,9% van de diersoorten is uitgestorven, maar de mens is er nog. Waarom wij? Het antwoord is niet dat we slim of sterk zijn, maar omdat we vriendelijk zijn! We zijn geboren na-apers. De eenvoudigste manier om dit te begrijpen is door je een planeet voor te stellen met twee menssoorten: de Genieën en de Na-apers. De Genieën zijn briljant: één op de tien komt tijdens zijn leven met een geweldige uitvinding (laten we zeggen: een hengel om te vissen). De Na-apers zijn veel dommer. Van de duizend Na-apers leert maar één iemand zichzelf vissen. Oftewel: de Genieën zijn honderd keer zo slim als de Na-apers.

Toch hebben de Genieën een nadeel. Ze zijn niet erg sociaal. Gemiddeld hebben ze maar één vriend die ze, mochten ze de hengel uitvinden, ook leren vissen. De Na-apers hebben tien vrienden en zijn dus tien keer zo sociaal. Laten we aannemen dat het niet makkelijk is om iemand te leren vissen, en dat dit in slechts de helft van de gevallen lukt.

De grote vraag: welke groep zal het meeste van de uitvinding profiteren? Het antwoord, zo rekent de antropoloog Joseph Henrich voor, is dat één op de vijf Genieën zal leren vissen, waarbij de helft het zelf heeft uitgevogeld en de andere helft het van een ander heeft. En bij de Na-apers? Slechts 0,1 procent zal zichzelf leren vissen, maar toch zal maar liefst 99,9 procent het kunnen! 1

Aan dit inspirerende verhaal moest ik meermaals denken tijdens de seminar Gezond Stedelijk Leven voor gemeenten. Hier kwamen namelijk twee vergelijkbare quotes voorbij:

Soms wil je wel werken aan een gezonde leefomgeving, maar weet je niet waar je moet beginnen.

Er is al zo veel kennis voorhanden.

We zien hetzelfde gebeuren als bij de Genieën. Een kleine meerderheid van gemeenten is in zijn eigen bubbel druk bezig met het thema gezond stedelijk leven. Tegelijkertijd zit het overgrote deel van de gemeenten verbaasd om zich heen te kijken. Te veel gemeenten vinden opnieuw het wiel uit of komen niet tot hun gewenste kwaliteit. Dit komt omdat we net als de Genieën nog niet heel sociaal zijn in dit onderwerp. De oplossing ligt voorhanden:

Er is al zoveel kennis voorhanden, wees geen genie, maar een na-aper!

Dit is het doel van het onderzoek in samenwerking met het Data- en Kennishub Gezond Stedelijk Leven en de Provincie Utrecht. Samen doen we onderzoek naar welke kennis al aanwezig is en vervolgens hoe we deze kennis toegankelijk en bruikbaar kunnen maken voor alle gemeenten.

De rol van Urban Sync

Urban Sync heeft in 2022 stapsgewijs onderzoek gedaan naar de best passende oplossing om alle gemeenten te laten leren van de koplopers: gemeenten die al een stapje verder zijn met gezond stedelijk leven. De stappen zagen er als volgt uit:

  1. Allereerst hebben we met deskresearch beleid van de grotere gemeenten bekeken. Hier kwamen de gemeenten Groningen, Utrecht, Amsterdam en Rotterdam als koploper naar voren.
  2. Vervolgens hebben we verdiepende interviews gehouden met de koplopers om extra inzicht te vergaren in uitvoering van beleid in de praktijk.
  3. Na het vaststellen van de koplopers hebben we een aantal kleine- en middelgrote gemeenten geïnterviewd voor wie de quote “soms wil je wel werken aan een gezonde leefomgeving, maar weet je niet waar je moet beginnen” geldt. Op basis hiervan hebben we de behoefte vastgesteld van de gemeenten die staan te popelen om de koplopers na-te-apen.
  4. Middels een aantal workshops en bijeenkomsten met de gemeenten zijn we tot de conclusie gekomen dat de gemeenten het meest baat hebben bij een tool met praktische tips en voorbeelden hoe ze het thema gezond stedelijk leven kunnen verwerken in documentatie voor het uitvragen van gebiedsontwikkelingen. Denk aan tips voor het formuleren van een ambitiedocument, spelregelkaart of tender. Deze tool noemen we de uitvraagguide.
  5. Urban Sync heeft alle verzamelde kennis gebundeld in een digitale tool (Uitvraagguide Gezond Stedelijk Leven). Deze is vrij toegankelijk voor gemeenten. Samen met de Provincie Utrecht en het Data- en Kennishub Gezond Stedelijk Leven wordt de tool up-to-date gehouden zodat de nieuwste kennis gedeeld kan worden.

 

Benieuwd naar het prototype van de uitvraagguide Gezond Stedelijk Leven. Vraag via deze link toegang aan. niels@urbansync.nl

Het succes van na-apen 

De grootste belemmering voor kleine en middelgrote gemeenten is beperkte capaciteit. In vergelijking met de grotere gemeenten hebben ze geen capaciteit om een team specifiek voor gezond stedelijk leven op te zetten. Het thema wordt ondergebracht bij een beleidsmaker die ook andere thema’s in zijn portefeuille heeft. Dit resulteert in beperkte aandacht voor dit complexe, maar ook zeer belangrijke thema. 

De uitvraagguide zorgt ervoor dat iedere gemeente op een eenvoudige manier praktische tips en voorbeelden kan opzoeken en verwerken in haar uitvraag naar de markt. Zo is het thema gezond stedelijk leven altijd verankerd in iedere gebiedsontwikkeling. Na-apen is nog nooit zo makkelijk geweest!  

Gezond Stedelijk Leven 

Urban Sync doet al jaren onderzoek naar gezondheid in stedelijke ontwikkeling. Zo heeft dit onderzoek ook nieuw inzicht gegeven in de status quo van gezondheid binnen gemeenten en wat het succes is geweest van de koplopers. Binnenkort volgt deel twee uit een reeks van drie artikelen over gezond stedelijk leven.  

Als ik over dit thema schrijf hoor ik al de iconische stem van David Attenborough vertellen over de meest bijzondere planten en dieren. Hoe geweldig de natuur in zijn documentaires ook is, hij heeft ook een alarmerende boodschap: het is slecht gesteld met de biodiversiteit op onze planeet.  

“To restore stability to our planet, therefore, we must restore its biodiversity, the very thing we have removed.” 

Ook in Nederland staan we er slecht voor. Met name in en rond onze steden krijgt de natuur nauwelijks een kans. Het aantal dieren, planten en schimmels neemt snel af door bebouwing, aanleg van wegen en intensieve landbouw. Volgens de vaak geciteerde Krefeld-studie nam de biomassa van vliegende insecten in de afgelopen 27 jaar met 75% af. Om dit probleem onder de aandacht te brengen is 22 mei omgedoopt tot de nationale dag van de biodiversiteit.  

Ook bij ons in de ‘achtertuin’ krijgt de dag van de biodiversiteit ruimte. In samenwerking met bewoners en bedrijven laten ze in het Energiepark zien hoe iedereen een steentje kan bijdragen aan biodiversiteit.  

Ontdek en laat je verrassen door de stadsnatuur van het Energiepark

 

In het voormalige fabrieksgebouw (nu het Papagaais Bolwerk) worden door Leiden Art Hub en Leidse Dekens verschillende workshops georganiseerd zoals vogelnetjes maken van wol, Urban Sketching en Leids stadsbioloog geeft uitleg over biodiversiteit in de stad. Daarnaast is het plantenasiel aanwezig om planten te adopteren. 

Op het ambachtsplein worden de handen uit de mouwen gestoken om plantenbakken te plaatsen, wordt hop en gerst geplant in de buurt van Brouwerij Pronck en samen met BAMBAM worden tegels gewipt om plaats te maken voor nieuw groen.  

Als derde locatie is de daktuin van PLNT open voor publiek. De Daktuin is een plek voor urban farming met kruiden, kippen en bijen. Landschapsontwerper Michelle de Roo vertelt meer over het vergroenen van daken. Daarnaast neemt huisimker Casper Westelaken ons mee naar de bijenkas en vertelt hij over de zeldzame zwarte bijen die op de daktuin wonen.   

Betrokkenheid van bewoners en gevestigde bedrijven is belangrijk om vergroening in het gebied integraal aan te pakken. Janine de Mol heeft als stadmaker alle betrokkenen bij elkaar gebracht zodat geen stukje Energiepark wordt overgeslagen.  

Op 22 mei is iedereen welkom! Zie hier het complete programma.